Bie, Cornelis de – Den spiegel van de verdrayde werelt
Cornelio de Bie tot Lier – Den spiegel van de verdrayde werelt: te sien in den bedriegelijcken handel, sotte, en ongeregelde manieren van het al te broos menschen leven.
Antwerpen, Joannes Paulus Robyns, 1708.
4o, (24),306,(4) pp., perkamenten band met blindstempel, 19,2 x 15,5 cm., met titelprent, vignet van feniks, wapenschild van A.N. van Keyssel, portr. van De Bie van H.F. Diamaer naar J.C. de Cock en 9 volblad of halfblad gravures van Casper Bouttats (ook als G.B.) en Harrewijn.
Teksten o.a. Fide sed cui vide (204); Richard ter Brugghen, Deventer (276)
Zeldzaam boek in prachtige staat. Ex libris Jos van der Steen (Antwerpen)
Beschrijving
This post is also available in:
English
Cornelis de Bie (Lier, 10 februari 1627 – tussen 1712 en 1715) was een Brabants rederijker, dichter, jurist en lokaal politicus. Hij was een zoon van kunstschilder Adriaen de Bie.
De Bie studeerde aan de universiteit van Leuven en is auteur van 64 werken, voornamelijk blijspelen. Hij is echter vooral bekend van zijn biografieën van Vlaamse en Hollandse kunstschilders die gebundeld werden als Het Gulden Cabinet der Edel Vry Schilderconst en in 1662 verscheen.
Bron: Wikipedia
Gaspar Bouttats I (naamvarianten: Caspar Bouttats, Gasper Bouttats, Gaspard-Martin Bouttats en Jasper Bottats) (Antwerpen, ca. 1640 – aldaar, 1695-96) was een Vlaams tekenaar en graveur uit de barokperiode.
Hij werd geboren in Antwerpen in een familie van graveurs. Hij was de zoon van de graveur Frederik Bouttats I en Marie de Weert. Zijn oom Philibert Bouttats was ook een graveur en zijn jongere broer Frederik Bouttats werd ook een bekend graveur.[1] Hij werd opgeleid door zijn vader. Hij werd in 1668-69 bij het Antwerpse Sint-Lucasgilde geregistreerd als een ‘wijnmeester’ (een titel gereserveerd voor de zonen van de leden van het gilde), wat er op duidt dat zijn vader op dat ogenblik lid was van het gilde.[2] In 1690-1 werd hij deken van het Gilde.[2] Hij was de leermeester van zijn zoon Pieter Balthazar Bouttats, Jan Antoon de Pooter, Geeraet van Caseel (1668-9), Michiel van Hove (1672-3), Jan Francis Clouwet (1672-3); Carolus Bouttats (1690-91) en Gaspar de Man (1694-5).[2]
Zijn werken waren vooral historiestukken en portretten.[2] Hij graveerde hoofdzakelijk voor de boekverkopers. Daarnaast graveerde hij enkele platen in navolging van de meestersschilders. Zijn werk is voornamelijk geëtst, en soms afgewerkt met een burijn.
Hij etste ook de platen voor een folioboek met de titel ‘Gezichen van Jeruzalem, en het omliggende land,’ naar de ontwerpen van Jan Peeters I en nog samen met Jan Peeters in 1674, het Thooneel der Steden ende Sterckten van t’Vereenight Nederlandt met d’aengrensende Plaetsen soo in Brabandt Vlaenderen als anden Rhijn en elders verovert door de Waepenen der Groot-moghende Heeren Staeten onder het gheley vande seer Edele Hooghghebore Princen va Oranien.
Bron: Wikipedia
Jacob Harrewijn (Amsterdam, 1660 – Brussel, 1727) was een beroemde kunstschilder, tekenaar en vooral graveur. Hij was vooral actief te Brussel. Hij leverde nieuwe prenten voor de heruitgave van Antonius Sanderus’ Chorographia Sacra Brabantiae in 1726-27.
Bron: Wikipedia