Beschrijving

This post is also available in: English

Adriaen Pieterszoon van de Venne (Delft, ca. 1587/1589 – Den Haag, 12 november 1662) was een Nederlands kunstschilder, grisailleschilder, miniatuurschilder, graveur, tekenaar, dichter en uitgever behorend tot de Hollandse School. Hij was leerling van Jeronymus van Diest en Simon de Valck. In 1605 schreef hij zich in als student in Den Haag en in 1607 wordt hij vermeld in Antwerpen. Van 1608 tot 1625 woonde hij in Middelburg, waar hij in 1614 trouwde. In 1625 vestigde hij zich weer in Den Haag, waar hij dat jaar toegelaten werd tot het Haagse Sint-Lucasgilde. In 1656 was Van de Venne een van de oprichters van de schildersconfrerie Pictura. Zijn werk bestaat uit onder meer genrestukken, historiestukken, landschappen, portretten en architectuurstukken. Hij was leraar van Sybrand van Beest, Leonaert Bramer en van zijn twee zoons Huijbregt van de Venne en Pieter van de Venne.

Adriaen Matham werd geboren in Haarlem als zoon van de graveur Jacob Matham en zijn vrouw Marijtgen of Maria van Poelenburgh. Hij was de broer van de graveurs Jan en Theodor Matham en werd van 1624 tot 1627 lid van de stadswacht van Haarlem St. Adriaen. In 1620 graveerde hij een reeks prenten op de graven van Holland die pas na zijn dood werden gepubliceerd in 1663. Hij werd geschilderd door Frans Hals in zijn rol als vlag-drager van de wacht in 1627. Hij maakte tekeningen naar de schilderijen van Hals, met name zijn schets van een portret van Isaac Massa, een handelaar in Rusland, en zijn schets van Pieter van den Broecke. Matham trouwde drie keer; eenmaal in Amsterdam. In 1640 was Matham lid van een Nederlandse ambassade bij de koning van Marokko, Mohammed esh Sheikh es Seghir, onder leiding van Antonius de Liedekerke. Ze werden ontvangen door Jan Janszoon, een beruchte piraat, die werd bezocht door zijn dochter Lysbeth en haar man. Daarna bezocht de ambassade de koning in Marrakech. Adriaen Matham maakte een beroemde tekening en een gravure van het El Badi-paleis, voordat het werd vernietigd. Hij bezocht ook de haven van Mogador in 1641, waar hij de aanwezigheid van joden opmerkte, die handeldreven met Nederland en Engeland. Hij maakte veel schetsen van vissen die hij tijdens zijn reizen zag. Op zijn terugreis naar Nederland bezocht hij Madeira, met de bemanning van een ander schip aan boord, die als slaven in Marokko waren vastgehouden. Hij woonde rond 1654 in Den Haag en werkte als kunsthandelaar. Adriaen werkte samen met en verkocht zijn werk aan de cartograaf Joan Blaeu, en werkte voor Adriaen van de Venne.