landschap met twee wagens op een weg, door William Baillie naar Pieter de Molijn.
€250,00
Ets in crayonmanier van een landschap met twee wagens op een weg gemaakt door William Baillie naar een schilderij van Pieter de Molijn. Het object is gedateerd op 2 februari 1773. De afbeelding is 27 x 16 cm groot en wordt geleverd in een passe partout. De totale afmetingen zijn 52 x 43 cm. De prent is in goede staat, met een oude kreukel.
1 op voorraad
Beschrijving
This post is also available in: English
William Baillie (1752/3–Calcutta 1799) was a British artist working in India in the late 18th century.mLevett’s distillery later the Military Orphan School Calcutta Aquatint (1794) by William Baillie William Baillie was born in 1752 or 1753. He went to India as a cadet in the Bengal Infantry in 1777, transferred to the Engineers in 1778 and participated in surveying work along the Hooghly River. He went on leave without pay in 1785 and the next year started a weekly newspaper, the Calcutta Chronicle. He finally resigned from the army in 1788 with the intention of pursuing a career as an artist, but in 1792 he became secretary of the Free School Society in Calcutta and superintendent of the school itself. In the same year he published his “Plan of Calcutta”, a reduced version of a map made by Lt. Col. Mark Wood in 1784–5. In 1794 he published a set of hand-coloured aquatints entitled Twelve Views of Calcutta. The plates, each measuring 15 by 11 inches, were advertised as “executed in the manner of stained drawings”. A further set of eight prints “of the ruins of Gour and Rajmehal” was announced as completed in 1798, but no impressions have been traced. In a letter of 1795 he told his fellow-artist Ozias Humphry that he had wasted a lot of time painting landscapes, adding that “it is a pleasing pursuit, but not a pot-boiling one.” He died in Calcutta in 1799 at the age of 46.
Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/William_Baillie_(artist)
Pieter de Molijn, ook kortweg Pieter Molijn (gedoopt te Londen, 6 april 1595 – begraven te Haarlem, 23 maart 1661), was een Nederlands schilder, graveur en tekenaar. Hij behoorde tot de Hollandse School. Pieter de Molijn werd gedoopt in de Nederduits-gereformeerde kerk Austin Friars in Londen. Zijn ouders waren van Vlaamse afkomst; zijn vader Pieter de Molijn was een textielhandelaar uit Gent, zijn moeder Lijntgen van den Bos kwam uit Brussel. Het gezin was uitgeweken voor de Spaanse overheersing vanwege hun geloof. De familie Molijn verhuisde vermoedelijk al voor 1609 naar Haarlem en het lijkt waarschijnlijk dat Pieter aldaar zijn opleiding heeft genoten. Esaias van de Velde wordt wel genoemd als zijn leermeester, maar daarover is geen zekerheid. Vanaf 1616 was De Molijn lid van het Haarlemse Sint-Lucasgilde, waar hij in de jaren 1620-1649 allerlei functies bekleedde. Samuel Ampzing vermeldt in diens tweede editie van zijn Beschrijvinge ende Lof der Stad Haarlem, van 1621 Molijn al als lokale schilder. Hij verbleef in 1618 enige tijd in Rome, getuige zijn bijdrage aan het album amicorum Wybrand de Geest: ‘In Rome den 6 junij 1618/Pieter du Molyn’ (de Geest 1614). In 1624 werd hij vermeld als lid van de schutterij Sint Joris. Datzelfde jaar trouwde hij met Maycken Geraerts; ze bleven hun gehele leven bij elkaar tot Molijns overlijden in 1661. Vanaf 1630 woonden ze op de Oude Gracht te Haarlem. In 1624 werd hij lidmaat van de Haarlemse gereformeerde kerk, waarna hij vier jaar later werd benoemd tot diaken. In de derde editie van Beschrijvinge ende Lof der Stad Haarlem, (1628) werd Molijns schilderkunst al lovend beschreven. Hij was toen een kunstenaar die aanzien genoot, wat aangetoond wordt door de bestuursfuncties die hij toegedeeld kreeg in het Haarlemse schildersgilde St. Lucas. Hij was daar een aantal keren ‘vinder’ voor het gilde en ook werd zijn werk regelmatig geselecteerd voor de kunst-loterijen van St. Lucas. Hij was een gerespecteerde schilder, die het zich dan ook financieel kon veroorloven om een huis aan de Oude Gracht in Haarlem te kopen voor 3,100 guldens. Bovendien werd hij binnen het schildersgilde in 1632 tot ‘deken’ verkozen, wat in zijn geval als zoon van een Vlaamse immigrant des te opvallender was, omdat tot dan toe het ambt van deken slechts aan katholieke schilders was toegekend; hij was de eerste die als overtuigd en belijdend protestant deze positie zou bekleden. Molijn handelde ook zelf in zijn eigen werken, en in schilderijen van schilders buiten Haarlem, waardoor hij een keer moeilijkheden kreeg met de regels van het gilde, en een proces door een aanklacht van Caesar van Everdingen die betaling eiste voor zijn geleverde werken. Ook verrichtte hij meerdere keren taxaties van schilderijen. De Molijn had een aantal leerlingen, zoals Gerard ter Borch I, Gerard ter Borch II, Jan Coelenbier, Allart van Everdingen, Christian de Hulst, Anthony Molijn, Jan Nose en Jan Wils. In 1660 maakten hij en zijn vrouw nog in goede gezondheid hun testament op de langstlevende. In 1661 werd hij begraven vanuit zijn huis op de Oude Gracht.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_de_Molijn
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.