The Interview of Tom Jones, and Sophia, after the Reconciliation
€250,00
The Interview of Tom Jones, and Sophia, after the Reconciliation. Contemporain ingekleurde gravure door Peter Simon naar een schilderij van John Downman, en uitgegeven door John Boydell in 1789. De inspiratie voor het schilderij en de gravure is het boek; The History of Tom Jones, a Foundling, een komische roman door Henry Fielding. De afbeelding is 47 x 37 cm. groot (exclusief tekst) en word geleverd in een passe-partout. Het geheel is 68 x 64 cm. groot. De prent verkeert in goede staat.
1 op voorraad
Beschrijving
This post is also available in: English
John Downman ARA (1750 – 24 december 1824) was een Welsh portret- en onderwerpschilder. Downman wordt verondersteld te zijn geboren in de buurt van Ruabon, Denbighshire, de zoon van Francis Downman, advocaat, van St Neots, en Charlotte (née Goodsend, oudste dochter van de privé-secretaris van George I); zijn grootvader, Hugh Downman (1672-1729), was de meester van het House of Ordnance in Sheerness geweest. De familie Downman staat meestal bekend als een Devonshire-familie, maar het exacte verband tussen de kunstenaar en de Devonshire-tak is niet achterhaald. Hij werd eerst opgeleid in Chester, daarna in Liverpool en tenslotte aan de Royal Academy-scholen, en verbleef een tijdje in de studio van Benjamin West. Downman vertrok in 1773 met Joseph Wright of Derby, een zwangere Ann Wright en Richard Hurleston voor Italië. Hun schip hield drie weken onderdak in Nice voordat ze in februari 1774 hun heenreis in Livorno in Italië voltooiden. Downman keerde in 1775 terug naar Groot-Brittannië. Hij vestigde zich een tijdje in Cambridge (1777), waar hij enkele jaren in Londen werkte. in Chester in 1818-19, waarna hij uiteindelijk naar Wrexham verhuisde, waar zijn enige dochter trouwde en waar hij stierf op 24 december 1824. Hij liet een grote collectie van zijn schilderijen en tekeningen na aan zijn dochter. Hij was ook de vader van Sir Edwin Downman. Hij exposeerde tussen 1769 en 1819 148 werken in de Royal Academy, voornamelijk portretten, maar vaak ook mooie onderwerpen, zoals ‘Rosalind’, geschilderd voor de Shakespeare Gallery; ‘De dood van Lucretia; De priesteres van Bacchus;’ ‘Tobias;’ ‘Eerlijke Rosamond;’ ‘De terugkeer van Orestes;’ ‘Duke Robert’, enz. In 1795 werd hij gekozen tot medewerker van de Koninklijke Academie. Zijn eerste werk aan de Royal Academy (1769) was A small portrait in oil,’ and the last (1819), A late Princess personifiëring van de vrede die de glorie van Engeland weerspiegelde in Europa, 1815. In 1884 verwierven de beheerders van het British Museum , door aankoop, een bundel met talrijke ingekleurde tekeningen van Downman, waaronder enkele portretten, nu afzonderlijk gemonteerd. Hij liet ook verschillende volumes met prachtige tekeningen na, uitgevoerd in rood en zwart krijt, waarvan Ralph Neville Grenville een catalogus publiceerde (Taunton, 1865). Hij schilderde ook enkele miniatuurportretten. Gravures werden ook gemaakt door Bartolozzi en anderen. Veel van zijn portretten zijn voorzien van opmerkingen van groot belang met betrekking tot de afgebeelde personen.
Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/John_Downman
Peter Simon, vaak de jongere genoemd werd geboren in Londen in ca. 1764. Hij was een Britse stippel- en krijtgraveur. Hij was een leerling van Picot en leraar van Jean Godefroy. Zijn beroemdste prenten werden gemaakt voor Boydell, hij droeg bij aan het Shakespeare Galley-project waarvoor hij enkele van de beste prenten graveerde, zoals Midsummer nights dream naar Fuseli. Andere populaire gravures waren gebaseerd op het verhaal van Tom Jones en; De houthakker naar Gainsborough. In 1802 verhuisde hij naar Parijs waar hij tekeningen maakte die tussen 1802-8 door Ruotte werden gestippeld, hij zelf maakte platen voor Ostervald. Simon stierf in Parijs ca. 1813.
Henry Fielding (Glastonbury, 22 april 1707 – Lissabon, 8 oktober 1754) was een Engels roman- en toneelschrijver. Fielding bezocht de public school in Eton en studeerde klassieke talen in Leiden. Na zijn terugkeer begon hij te schrijven voor het theater. De blijspelen die hij produceerde (Tom Thumb, 1730 en Pasquin, 1736) waren satirisch van karakter. Hij zette zich in zijn werk af tegen de regering van Sir Robert Walpole. Toen, mede als gevolg hiervan, het Haymarket Theatre (waar Fieldings stukken werden opgevoerd) in 1737 werd gesloten, stopte hij met het schrijven voor het toneel. Hij hervatte zijn rechtenstudie en werd in 1740 advocaat en in 1748 vrederechter. Hij stopte echter niet met het schrijven van satirisch werk. Zijn Tragedy of Tragedies over het leven van Tom Thumb had als gedrukt toneelstuk veel succes. Ook publiceerde hij bijdragen in tijdschriften. Zijn doorbraak kwam er in 1741 met Shamela, een parodie op het melodramatische ‘Pamela’ van Samuel Richardson. In 1742 verscheen Joseph Andrews, een boek over Pamela’s broer Joseph In 1734 trouwde hij met Charlotte Cradock, met wie hij twee kinderen zou krijgen en verscheen zijn eerste roman, The History of the Life of the Late Mr Jonathan Wild the Great, ook weer een satirisch werk over Robert Walpole. Fieldings bekendste werk is Tom Jones (1749), een schelmenroman over een vondeling die het ver weet te schoppen. Zijn vrouw Charlotte stond model voor de figuur Sophia Western in Tom Jones en ook voor Amelia in de latere gelijknamige roman uit 1751. Charlotte overleed in 1744. Fielding hertrouwde drie jaar later. Vanwege zijn verslechterende gezondheid vertrok hij in 1753 naar het buitenland om genezing te zoeken. Hij stierf in 1754 in Lissabon.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Henry_Fielding