Twee boeren praten buiten een herberg, naar Adriaan van Ostade
€125,00
Twee boeren praten buiten een herberg, de een zit met een kleine kruik in de linkerhand, de rechterhand op zijn knie, de ander staat met zijn rug naar een vuurtje, met een pijp achter zijn rug, linkerhand in zijn jas gestopt; naar Adriaan van Ostade. Ets door William Bailie gemaakt in 1771. De afbeelding is 20 x 16 cm (exclusief tekst) en is in goede staat. Het blad is 52 x 35 cm.
1 op voorraad
Beschrijving
This post is also available in: English
Adriaen van Ostade (gedoopt Haarlem, 10 december 1610 – aldaar, 28 april 1685) is een van de belangrijkste Nederlandse schilders van de gouden eeuw. Naast schilder was hij graveur en tekenaar. Van Ostade behoort tot de Hollandse School. Adriaen van Ostade was de oudste zoon van Jan Hendricx Ostade, die uit het gehucht Ostade in het huidige Asten kwam. Zowel Adriaen als zijn broer Isaac namen de naam “Van Ostade” aan toen ze schilder werden. Van Ostade trouwde op de leeftijd van 28. Zijn vrouw overleed in 1640, waarna Adriaen van Ostade hertrouwde. In 1666 werd hij opnieuw weduwnaar. Haarlem was in de Gouden Eeuw een van de belangrijkste en welvarendste steden van Holland. De bloei en de vrijheid van de stad trok veel Vlaamse en Hollandse schilders aan, wat Haarlem als kunststad versterkte. Volgens Houbraken kreeg Adriaen van Ostade les van Frans Hals, tegelijkertijd met Adriaen Brouwer. Van Ostade schilderde voornamelijk de arme laag van de bevolking. Hij portretteerde de boeren en dorpelingen bij voorkeur vrolijk dansend, feestvierend en vechtend en wekte daarmee in zijn tijd tegelijkertijd bewondering en afschuw op. Van Ostade ontleende dit thema aan de schrijvers van die tijd zoals Bredero, aan zijn voorbeeld de schilder Pieter Bruegel en aan zijn directe omgeving. Daarbij combineerde hij de rauwe, realistische traditie van Bruegel met de uitbundige stijl van zijn leermeester Frans Hals: met name in de beginjaren bevatten zijn schilderijen een palet aan kleine, lelijke karikaturen, die zich in vodden te goed doen aan alcohol en tabak. Van meet af aan waren de doeken van Van Ostade vrolijk en schilderde hij regelmatig karikaturen om de spot te drijven met het uitbundige leven van de boeren en dorpelingen. Ook experimenteerde hij met sterke licht-donker contrasten. Het is een beweging in de tijd, waarin Rembrandt het meest uitblinkt. Een duidelijk voorbeeld van het ´clair-obscur´ is een werk uit 1635 ‘feestvierende boeren in een schuur’ de felle belichting van de hoofdgroep, de schaars verlichte ruimte en de donkere voorwerpen op de voorgrond (het ‘repoussoir’) is kenmerkend voor die periode. Van Ostade gebruikte in de eerste jaren vooral veel grijze en bruine tinten in zijn doeken, zuinig aangevuld met bleekrood, paars en blauw. Na 1640 worden de composities van Van Ostade rustiger en de lichtwerking warmer. De schilderijen tonen meer respect voor het onderwerp. De boeren en dorpelingen drinken en dansen nog wel, maar het is geen karikatuur. In stijl lijkt Van Ostade in deze periode beïnvloed te zijn door Rembrandt. Soms neemt Van Ostade zelfs een onderwerp over zoals de ‘verkondiging aan de herders´ (1640). Hij schildert in die tijd ook enkele landschappen die aansluiten bij de monochrome stijl van Haarlem. Maar landschappen wekken duidelijk geen passie op in Adriaen van Ostade. Na 1650 kent Van Ostade weer een stijlwisseling: hij krijgt een drang naar perfectie. Van Ostade is een begaafd sfeerschilder (‘tonalist’) en compositieschilder, die zijn vergaande gedetailleerdheid laat samengaan met een sterk gevoel voor ruimte en licht. De kleuren blijven terughoudend: grijzen, blauwgrijzen en bruinen. Hij creëert dieptewerking door figuren in de achtergrond steeds iets valer van tint te schilderen. Het doek ‘Een schilder in zijn atelier’ (1663) is wat lichtbehandeling betreft één van zijn meest gevoelige schilderijen uit die periode, dat bovendien een goede indruk geeft van de habitat van de zeventiende-eeuwse schilder: de schilder achter zijn ezel, naast hem op de bank de flessen met olie en terpentijn, bakjes, schaaltjes en penselen. Op de achtergrond is de leerling verf aan het wrijven. Het armoedige uiterlijk had geen betrekking op Van Ostades atelier: al bij leven was hij dankzij het schilderen een vermogend man. Op het eind van zijn leven verlegt Van Ostade zijn aandacht naar het produceren van gravures (wat een lucratieve handel was) en worden zijn doeken vlakker.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Adriaen_van_Ostade
William Baillie (1723-1810), vaak bekend als “Captain William Baillie”, was een Ierse graficus. Baillie werd geboren in Kilbride, County Carlow, op 5 juni 1723. Hij werd opgeleid aan de school van Dr. Sheridan in Dublin, en op ongeveer achttienjarige leeftijd stuurde zijn vader hem naar Londen om rechten te studeren. Hij besloot echter het voorbeeld van een jongere broer te volgen en het leger in te gaan. Na enig verzet van zijn vader mocht hij een opdracht aanvaarden die hem werd aangeboden door Lord Archibald Hamilton, in het 13e Regiment of Foot. Hij sloot zich aan bij het regiment als senior vaandrig voor de slag bij Lafeldt, waar hij de kleuren droeg. Hij diende vele jaren bij dit regiment en was bij de slag bij Culloden en bij verschillende gevechten in Duitsland. Daarna werd hij officier in het 51e Regiment en was bij hen als kapitein van de grenadiers en betaalmeester in de slag bij Minden. Daarna bracht hij enige tijd door bij de 17th Light Dragoons voordat hij zijn commissie verkocht. Hij maakte zijn eerste etsen toen hij nog in het leger zat. De vroegst gedateerde, uit 1753, tonen soldaten, van wie één een genoemd lid van zijn regiment is. Hij was grotendeels autodidact als kunstenaar, hoewel hij enkele lessen had van zijn landgenoot, Nathaniel Hone. Na het verlaten van het leger in 1761, wijdde Baillie zijn leven aan de kunsten, hoewel hij van 1773-95 ook de functie van commissaris van postzegels bekleedde. Hij maakte prenten in verschillende stijlen en exposeerde zijn werk voor het eerst met de Society of Artists in 1762, maar zijn meest opvallende producties waren die in de stijl van, of rechtstreeks gekopieerd van, de etsen van Rembrandt. Om Rembrandts effecten van clair-obscur na te bootsen, gebruikte hij mezzotint, een techniek die de Nederlandse kunstenaar niet gebruikte. Ook verkreeg hij de zwaar versleten originele plaat van Rembrandts ‘Honderdguldenprent’ en bewerkte deze. Toen er een beperkt aantal afdrukken was gemaakt, werd de plaat in vier stukken gesneden en van de afzonderlijke secties werden afdrukken gemaakt. Zijn voornaamste bezigheid was echter als fotohandelaar, optredend als agent voor onder meer de graaf van Bute en Lord Liverpool. Zijn werken werden in 1792 door John Boydell in twee folio-volumes gepubliceerd onder de titel Een serie van 225 prenten en etsen naar Rembrandt, Teniers, G. Dou, Poussin en anderen. Hij stierf in Paddington, Londen, op 22 december 1810.
Bron: Source: https://en.wikipedia.org/wiki/William_Baillie_(engraver)